Dag 1 september 2015

Refuge de la Madonne de Fenestre (F) — Rifugio Pagari (I)

STAFKAART: IGN Frankrijk nr. 3741 OT (Vallée de la Vésubie)

Deze etappe van exact 9 km bestaat uit twee delen: enerzijds van de Refuge de la Madonne de Fenestre (F) (merkpunt  357 op 1903 m meter hoogte) naar de Refugde de Nice (F), waar we ruimschoots de tijd hebben genomen voor onze middagpick-nick maar waar desnoods ook soep en lichte maaltijden kunnen worden besteld, en anderzijds van de Refuge de Nice (F) naar de Rifugio Pagari (I), waarbij de Frans/Italiaanse grens werd overgestoken via de de Pas de Pagari.

Klik op de kaart om het gedetailleerde traject te raadplegen via de website www.gpsies.com.

Klik op de kaart om bij middel van de website www.gpsies.com het gedetailleerde traject op een interactieve kaart te raadplegen . Vanuit deze site kunnen trouwens ook de GPS-coördinaten worden gedownload en/of een pdf-versie van deze tocht worden afgedrukt.

Deel 1: Refuge de la Madonne de Fenestre (F) — Refuge de Nice (F)

Dit deel wandelden we reeds op dag 3 in september 2014, maar dan wel  in omgekeerde richting. Maar dit keer volgden we de richting zoals beschreven in de Topogids “La Grande Traversée des Alpes: Le Mercantour, Vallée des Merveilles”. Dit gedeelte van de tocht is in deze topgids te vinden van pagina 79 tot pagina 83.

Het is trouwens een relatief kort gedeelte van 5,7 km waarvoor deze Topogids 3.15 uur voorziet maar waarvoor wij, pauzes en fotosessies inbegrepen, toch wel 4.45 uur nodig hadden.

De richting die de Topogids volgt, is trouwens beduidend minder zwaar omdat de steile beklimming tussen de “La Barme” (merkpunt 416, op nog geen kilometer van de Refuge de Nice) en de Pas du Mont Colomb kan worden afgedaald.

Ook vanuit deze kaart kan men naar de interactieve kaart op wwwgpsies.com.

Ook vanuit deze kaart kan men naar de interactieve kaart op wwwgpsies.com.

 

Hoogteprofiel - Traject Refude de Madonne de Fenestre - Refuge de Nice

 

Het feit dat we hier de GR-route met markeringen in de vorm rood en witte streepjes kunnen volgen, maakt het ons wel gemakkelijk. Eerst gaat het over merkpunten 359 en 367 door de Vallon du Mont Colomb via het eerder onbeduidende meertje Lac du Mont Colomb op 2390 meter naar de Mont Du Colomb op 2548 meter. Op de pas bevindt zich trouwens pas het eerstvolgende merkpunt, nl. merkpunt 400.

Tussen merkpunt 367 en 400 is echter geen enkele mogelijkheid om te verdwalen. Een zeer geleidelijke klim trouwens, waarbij enkel met de GR-streepjes dienen te worden gevolgd.

Net voor de Lac du Mont Colomb echter wel een sportieve hindernis in de vorm van een 2 à 3 meter hoge rots die men moet zien te overwinnen, al gaat het klauteren hier wel vlotter dan afdalen.

    

Het Lac du Mont Colomb is op 2390 meter op het vlak van oppervlakte niet echt om over naar huis te schrijven. Maar merk wel op dat men zich hier reeds volop tussen de rotsblokken bevindt.

Het Lac du Mont Colomb is op 2390 meter op het vlak van oppervlakte niet echt om over naar huis te schrijven. Maar merk wel op dat men zich hier reeds volop tussen de rotsblokken bevindt.

Men passeert de Pas du Mont Colomb door een smalle opening waarna een steile zigzag-afdaling wordt gevolgd. Voor sommigen oogt het zicht van de Mont Colomb naar het eerder genoemde “La Barme” misschien wel spectaculair, maar wie nauwgezet de GR-markeringen volgt en de elementaire voorzichtigheid aan de dag legt, is er geen enkel gevaar.

    

Dit stuk van de GR 52 namelijk een van de drukst bewandelde paden van de Mercantour (in juli en augustus is men hier heel zeker niet alleen) en duizenden zijn er u (zonder ongelukken) voorgegaan. Dit maar omdat er ergens een website is waarop men aangeeft dat het uitzicht van de Pas naar de vallei schrikaanjagend gevaarlijk oogt. Mij lijkt dat eer zeer individuele impressie die fel overroepen is. En ware er die GR niet, dan zou ik mij in mijn commentaar nogal terughoudend opstellen. Maar hier is echt geen reden voor onnodige paniek. Ik ken best wel zwaardere en ruigere stukken traject waarvoor ik enig voorbehoud zou durven uitspreken. Maar hier dus niet.



Na de steile afdaling komt men in de vallon aan ter hoogte van merkpunt 416 (2173 m). Naar rechts gaat het richting D171 en nog verder richting Belvédère, maar wij wandelen naar rechts richting stuwdammetje en stuwmeer “Lac de la Fous”. Het pad loopt links langs het meer om eindelijk ter hoogte van merkpunt 417 in de Refuge de Nice op 2232 meter hoogte, aan te komen.

Uiteindelijk is het rond de middag wanneer we, na circa 4.45 uur stappen, aankomen in de Refuge de Nice. Omdat er nog volop tijd is en we kunnen genieten van een stralend zonnetje, nemen we ruimschoots de tijd voor onze middagpauze. Daarbij kunnen we wat verderop, op een rots bij het meer, zonnende marmotten observeren. In de refuge zijn er ’s middags warme soep en snacks en lichte maaltijden te verkrijgen.

We proberen ons vertrek naar de Rifugio Pagari ook nog wat uit te stellen omdat uitbater Christophe Fournier er niet is maar elk moment kan aankomen. Maar omdat het anders te laat wordt, besluiten we niet langer op Christophe te wachten en het tweede gedeelte van de tocht aan te vatten.

 

Deel 2:  Refuge de Nice (F) — Rifugio Pagari (I)

Het tweede deel van de tocht is slechts 3,5 km lang maar loopt steil naar boven over een niet bewegwijzerd pad dat daarenboven op kaart eerder zwak is aangeduid. Gelukkig zijn er hier en daar van die “stenen mannekes” die helpen om de gemoedsrust op peil te houden.

Belangrijk is het juiste startpunt te vinden (merkpunt 417). Even navragen in de refuge helpt maar is eigenlijk niet echt nodig: aan de refuge de trapjes naar beneden tot in de vallei. Het grote pad (GR52) dwarsen en gewoon rechtdoor, steil de berg naar boven.

Het pad wijst verder grotendeels zichzelf uit. al zijn er over re steken stroken met rotsblokken en rotspuin waar het zichtbare pad even verdwijnt en waarbij het pad even niet zichtbaar is. Gewoon rechtdoor is ook hier de boodschap.

Op deze foto ziet men vrij goed de startplaats van het pad naar de Pas de Pagari: aan de refuge de trapjes naar beneden en eens in de vallei de GR 52 dwarsen en gewoon rechtdoor, de berg steil naar boven.

Op deze beide foto's ziet men vrij goed de startplaats van het pad naar de Pas de Pagari: aan de refuge de trapjes naar beneden en eens in de vallei de GR 52 dwarsen en gewoon rechtdoor, de berg steil naar boven.

Op deze beide foto’s ziet men vrij goed de startplaats van het pad naar de Pas de Pagari: aan de refuge de trapjes naar beneden en eens in de vallei de GR 52 dwarsen en gewoon rechtdoor, de berg steil naar boven.

Op de stafkaart (IGN 3741 OT; Vallée de la Vésubie) is het  eerst deel van het pad (of wat daarvoor moet doorgaan) te vinden op de rug tussen de Vallon de Pagari en de Valon du Mont Clapier, waarna het pad lichtjes afdaalt naar de Lacs du Mont Clapier (2537 m)  en van daaruit naar de Pas de Pagari op 2798 meter hoogte. Tussenin zijn er ook enkele terrassen waarbij we op het eerste terras enkele steenbokken ontmoetten.

Bij het klimmen blijft men voortdurend een mooi zicht hebben op de refuge, de vallei en het meer. Zich af en toe eens omdraaien loont steeds de moeite.

Bij het klimmen blijft men voortdurend een mooi zicht hebben op de refuge, de vallei en het meer. Zich af en toe eens omdraaien loont steeds de moeite.

Les Lacs du Mont Clapier. Eenmaal men hier voorbij heeft men geen zicht meer op de vallei. Maar wat men er voor in de plaats krijgt, is minstens even mooi.

Les Lacs du Mont Clapier. Eenmaal men hier voorbij is, heeft men geen zicht meer op de vallei. Maar wat men er voor in de plaats krijgt, is minstens even mooi.

En ook al is het pad niet echt bewegwijzerd, toch zijn er hier en daar van die "stenen mannekes" die ervoor zorgen dat men niet van het pad afwijkt.

En ook al is het pad niet echt bewegwijzerd, toch zijn er hier en daar van die “stenen mannekes” die ervoor zorgen dat men niet van het pad afwijkt.

a

Hier nadert men al aardig de Pas de Pagri waarbij zich tussen de bergen vaag de Middellandse Zee aftekent.

De Pas de Pagari heeft zijn naam te danken aan de tolgelden die men omstreeks 1435 inde toen de zoutkaravanen vanuit Nice naar Turijn de pas voorbij kwamen. De naam “Pagari” is daarbij afgeleid van het Italiaanse werkwoord “pagare”, of in het Frans “payer”). Deze tolgelden zorgden ook voor een naamverandering van de pas want voordien ging deze pas nog door het leven als  de”Paganino del Pozzo”.
De Franse zijde bevindt zich op de zuiderflank, waarbij men doorgaans kan genieten van een warm en deugddoend zonnetje.

De Italiaanse zijde bevindt zich daarentegen aan de noorderflank, waardoor het zeker naar de avond toe flink wat frisser kan zijn. Opvallend was ook dat er voorbij de flank een frisse bries stak. Warme kledij dan ook best niet te diep in de rugzak steken.

Aan Italiaanse zijde is het direct flink wat frisser en zijn er zelfs in september nog sneeuwrestanten te vinden.

Aan Italiaanse zijde is het direct flink wat frisser en zijn er zelfs in september nog sneeuwrestanten te vinden.

Eenmaal aan Italiaanse zijde is er een sterk rotsachtig parcours waarbij het wel moeilijk de weg terug te vinden is. Maar gelukkig is er de uitbater van de Rifugio Pagari die er zijn levenswerk van maakt om de paden beter begaanbaar te maken en ze te markeren met rode bollen waardoor een en ander toch best doenbaar wordt.

      

Waarna de Rifugio Pagari snel zichtbaar wordt:

Terwijl tochtgenote Séverine haar tentje opzet, nog even poseren voor de refuge. Zelf sliepen we met ons beiden in de berghut.

Terwijl tochtgenote Séverine haar tentje opzet, nog even poseren voor de refuge. Zelf sliepen we met ons beiden in de berghut.

Van de Refuge de Nice tot hier deden we er, in een matig tempo waarbij dikwijls halt werd gehouden voor het nemen van foto’s, exact 5 uur over. Wie overnacht in en vertrekt aan de Refuge de Nice, hoeft zich dan ook helemaal niet te haasten.

 

Kaartmateriaal:

Zoals eerder aangestipt, maakten we voor het Franse traject gebruik van de IGN-stafkaart 3741 OT (Vallée de la Vésubie). Voor dit Italiaanse deel van de tocht is een Italiaanse kaart niet echt noodzakelijk, maar voor ’s anderendaags is een Italiaanse kaart wel noodzakelijk.

In 2015 maakten we daarbij gebruik van de wat verouderde kaart “Carta dei sentieri e dei rifugi”, deel 113: “Parco naturale Alpi Marittime: Entraque / Valdieri / Mercantour / gelas”. Eventueel is ook deel 114 dienstig want dit parcours is te vinden op de overlapping van beide kaarten.

Maar ondertussen is er ook de spiksplinternieuwe moderne scheurvrije en waterbestendige reeks “Fraternali” (11,90 euro per kaart) waarvan wij ons deel 15 hebben aangeschaft.

Wij kochten deze kaart in september 2016 in de Rifugio Soria Ellena, maar ze is o.a. ook te koop in de Rifugio Pagari. Online zijn de kaarten te koop via de volgende url: http://www.fraternalieditore.com/?q=catalog/3 waarbij kaart nummer 15 specifiek te vinden is via volgende url:  http://www.fraternalieditore.com/?q=node/86&language=en.

 

 

 

Klik HIER voor het verslag van dag 2 van deze trektocht.

Share this: